Socratische Dialoog

Uit Auctoris
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Ze zaten samen in het gras. De zon ging onder "Ik heb eens nagedacht" zei hij, met een bedenkelijke blik op zijn gezicht. "Nou, waarover dan?" zei zij, half geïnteresseerd en half interesse veinzend. "De dood" zei hij, en zij liet een grinnik of een giechel of iniedergeval iets in die richting naar buiten. "Ga toch weg, man" zei ze, terwijl ze haar hoofd op zijn schouder liet vallen "Jij denkt teveel na, veel te veel. Geniet toch gewoon, zonder steeds vragen te stellen" Hij schudde zijn hoofd "Je snapt het niet. Iedereen denkt wel eens na over de dood, weet je wel. Wie regelt de uitvaart? Wat komt erna? Wat nou als de moslims gelijk hadden? Ik doe het anders. Waarom ga je dood?" Ze glimlachte. Soms werd ze doodmoe van hem, maar dit kon ze wel waarderen. "Weet ik veel" ze ze, terwijl ze haar schouders ophaalde "Omdat er een einde aan gebreid moet worden. Ik bedoel, als we eeuwig zouden leven, zou voortplanten zinloos zijn en zou de wereld heel snel overbevolkt raken."